
Sinds de oprichting van de
Chakri-dynastie en de hoofdstad Bangkok in 1782 heeft Thailand bestaan als een moderne natie-staat. In 1932 zorgde een ‘revolutie’ voor het verdwijnen van de absolute heerschappij van de monarchie en ontstond een
constitutionele monarchie, waardoor het politieke gezag van de kroon verdween en er een ontluikende ‘democratie’ ontstond.
In
1946 vonden er voor het eerst rechtstreekse verkiezingen plaats waarbij de bevolking van Thailand de leden van tweekamerstelsel (Senaat en Huis van Afgevaardigden) konden kiezen die voorgezeten werd door een premier met de uitvoerende macht. De rechterlijke macht, waaronder de Supreme Court, handelde onafhankelijk van de uitvoerende macht, maar het was pas in 1996 dat er een meer effectievere grondwet werd ingevoerd met meer controle en balans.
Turbulente democratie
Vanaf het begin is de ‘democratie’ in Thailand turbulent geweest, met
17 staatsgrepen waarbij de macht steeds wisselde tussen militaire leiders en een elite bureaucratie die grenst aan plutocratie. Het land is ook geregeerd onder 17 verschillende grondwetten; de huidige grondwet van het Koninkrijk is het resultaat van de meeste recente staatsgreep, een bloedeloze omverwerping van de toenmalige premier Thaksin Shinawattra in 2006.
Huidige situatie
Op dit moment is Thailand verwikkeld in een
politiek getouwtrek over de gevolgen van de staatsgreep en de daaropvolgende wetgevende opschudding veroorzaakt door massale protesten tegen en zowel ten gunste van de voormalige premier. Niettemin zijn de Thaise mensen erg politiek actief en hechten ze waarde aan hun vrijheid, ondanks hun ijle democratie.
Volg ons:
Facebook Twitter Google+ Pinterest Instagram RSS Feed