De Chakri-dynastie

Na de dood van Taksin werd generaal Chakri (Rama I) de eerste koning van de Chakri-dynastie van 1782 tot 1809. Zijn eerste optreden als koning was het verplaatsen van de hoofdstad van Thon Buri over de rivier naar Bangkok en daar het Grand Palace te bouwen. Zijn opvolger Rama II (1809-1824) vervolgde de restauratie ingezet door zijn voorganger. Koning Nang Klao, Rama III (1824-1851) heropende de betrekkingen met westerse landen en de traditionele handel met China.

Koning Mongkut, Rama IV (1851-1868), mag dan westerse bekendheid hebben bereikt door zijn verhaal “The King and I”, maar heeft de harten van de Thais gewonnen door prestaties als de totstandkoming van verdragen met Europese landen om kolonisatie te voorkomen en de modernisering van Thailand als gevolg van vele sociale en economische hervormingen. Koning Chulalongkorn, Rama V (1869-1910) vervolgde de traditie van zijn vader van hervorming en zorgde voor de afschaffing van de slavernij en de verbetering van het algemeen welzijn en administratieve systemen.

Hervormingen in het onderwijs, met inbegrip van de leerplicht, werden geïntroduceerd door Koning Vajiravudh, Rama VI (1910-1925). Tijdens het bewind van koning Prajadhipok, Rama VII (1925-1935), veranderde Thailand van een absolute monarchie naar een constitutionele monarchie. De koning trad af in 1933 en werd opgevolgd door zijn neef, koning Ananda Mahidol Rama VIII (1935-1946). Met de opkomst van een democratische regering in 1939 veranderde de naam van Siam naar Thailand. De huidige monarch, koning Bhumibol Adulyadej (1946 – heden), is koning Rama IX van de Chakri-dynastie.