Koninkrijk Ayutthaya

Halverwege de 14de eeuw werd Ayutthaya het machtigste koninkrijk in Siam en in 1438 had het Sukhothai ingelijfd. Vanaf het allereerste begin hadden de koningen van Ayutthaya al invloeden van de Khmer cultuur overgenomen. De vaderlijke en toegankelijke heersers die de koningen van Sukhothai waren maakten plaats voor Ayutthaya’s absolute monarchen die de titel devaraja (god-koning) droegen. Het eerste deel van deze periode zag Ayutthaya zijn soevereiniteit uitbreiden over de naburige Thaise vorstendommen en in conflict komen met zijn buren.

Tijdens de 17de eeuw begon Siam diplomatieke en commerciële betrekkingen met westerse landen. Het rijk ging in 1767, na een lange strijd met Birma, ten onder.

Ondanks hun overweldigende overwinning heeft de Birmese bezetting over Siam niet lang stand gehouden. Een jonge generaal genaamd Phya Taksin en zijn volgelingen braken door de Birmese lijnen en vluchtte naar Chantaburi. Zeven maanden na de val van Ayutthaya zijn hij en zijn strijdkrachten terug gevaren over de Chao Phraya-rivier naar Ayutthaya om daar de Birmese bezetting te verdrijven. Tragisch genoeg hadden deze de hoofdstad geplunderd en bijna verwoest.