Thailand werd door de eeuwen heen in aanloop naar het tijdperk van de gedocumenteerde geschiedenis als eerste bevolkt door Mon en Khmer groepen en later door de Tai, een etnische groep uit het zuiden van China die naar Vietnam migreerde en geleidelijk naar Laos en het noorden van Thailand. De Tai verspreiden zich in het eerste millenium van de Christelijke jaartelling over Yunan, Vietnam, Laos, Thailand en Myanmar en zette zich uiteen in verschillende taalkindige sub-groepen. Gedurende deze hele periode waren de Tai relatief gezien kleine spelers in de meest noordelijk bewoonde uithoeken van Zuid-Oost Azië, ingeklemd tussen de koninkrijken van Nan Zhao, PYU, en Angkor.
Rond het begin van de 2de eeuw v.C. breidde het Rijk van Sumatra Srivijaya zich uit tot het Maleisische schiereiland in het zuiden van Thailand. Nakhon Si Thammarat en Chiaya, Surat Thani werden opgericht tijdens deze periode om de handel te vergemakkelijken over de landengte van Kra.
Dvaravati
Rond de
6de tot de 9de eeuw werden de vruchtbare centrale vlakten bewoond door een Mon beschaving bekend als Dvaravati. Deze mysterieuze beschaving wijkte af van de naburige koninkrijken van Chenla en Angkor en stichtte enkele door grachten en aardse muren omringde steden, waaronder Lopburi (fungerend als een belangrijk religieus centrum) en Nakhon Pathom (in de buurt van Bangkok), wat mogelijk de hoofdstad was. Hoewel veel onbekend is over dit gebied, had de Dvaravati gevestigde interne en externe handel routes die belangrijk waren voor de ontwikkeling van Thailand en liet het een schat aan boeddhistische kunst achter, dat getuigt van de grote invloed van de Indiase cultuur en religie op de regio.
Khmers van Angkor
Van de
9de tot de 11de eeuw breidden de Khmers van Angkor hun koninkrijk uit tot het grootste deel van het hedendaagse Thailand, met belangrijke provinciale steden gevestigd te Phimai, Lopburi en zelfs Nakhon Si Thammarat. Gedurende enkele eeuwen werden vele facetten van de Khmer-cultuur geabsorbeerd door de inheemse bevolking, die steeds meer Tai werden omdat deze populaties naar het zuiden migreerden. De tempels van Phanom Rung, Phimai, en Lopburi zijn blijvende testamenten van deze periode van de Thaise geschiedenis. Gedurende het bewind van Angkor verklaarde Lopburi vaak haar onafhankelijkheid en was het duidelijk een belangrijk centrum voor de ontluikende Siam cultuur. De Chinezen, die zich tegenover afgezanten uit de regio vertegenwoordigden als “Hsien” of Siam documenteerden een verzoek van Lopburi om onafhankelijkheid van Angkor al in 1001.
Lan Na
Boeddhistische geleerden uit Lopburi, in het noorden van Thailand, stichtten een stad-staat bekend als Haripunjaya in Lamphun rond de 9e eeuw (een Mon enclave dat onafhankelijke bleef tot de 13de eeuw). Elders in het noorden waaiden de Tai uit en richtten ze hun eigen stad lidstaten op, met name in
Chiang Saen, waar één van de eerste krachtige Thaise koninkrijken, Lan Na, oorspronkelijk werd opgericht in de 12de eeuw. De oprichting van Lan Na, Sukhothai en Phayao, drie geallieerde koninkrijken gesticht door hedendaagse leiders, was het begin van de Thaise geschiedenis zoals wij die kennen.
Volg ons:
Facebook Twitter Pinterest Instagram RSS Feed